Quantcast
Channel: Reacties op: Naar een kritisch nationalisme
Viewing all articles
Browse latest Browse all 2

Door: admin

$
0
0

[vervolg van reactie 1]
● Z3. Wat Zwaan in Z1,2 over en naar aanleiding van nationalisme opmerkt, maakt een weinig doordachte indruk en is ronduit verwarrend. Een vertroebelende kijk op de natie die haar vager en ondefinieerbaarder dan ooit maakt. Met welke gevolgtrekking wij Carr’s ‘The nation is not a definable and clearly recognizable entity’ zijn genaderd. Een bedenkelijke convergentie die erop zou kunnen wijzen dat Carr en Zwaan handlangers van eenzelfde onpersoonlijke macht zijn. Vertegenwoordigers van een ideologie erop uit de natie te verduisteren.

● Z4. Wat bracht Zwaan tot zijn uitlatingen over nationalisme zoals ik die boven heb geciteerd en besproken? Hij zegt het zelf: ‘Omdat hij afstand wil nemen van bepaalde nationalistische retoriek.’ Maar dat waarvan hij zich wil distantiëren, betreft in feite een waarde, na welke vaststelling het licht aangaat, waarbij we kunnen zien waarom hij zich in zijn essay zo onbegrijpelijk en contradictoir uitdrukt. Zwaan ontkent of negeert een waarde; hij deed het licht úit, en wat kun je in het donker normaal gesproken nog zien? Ik werk deze beoordeling aan de hand van dat laatste begrip uit.
In A&W(3), V, pp. 463-464, heb ik uitgelegd dat een waarde W (1) meerdere, op hun eigen niveau zeer verschillende normen (n1, n2, enz.) kan verenigen en (2) zich in al deze normen doet gevoelen: n1w1, n2w1 enz. Van dit theorema geef ik de volgende toepassing. Ouderliefde is de waarde W. Zij kan betekenen dat je een kind straft n1w1 of beloont n2w1, waarbij W zich in beide normen laat gelden doordat het straffen niet op mishandeling mag uitlopen en het belonen niet op verwennen. Wij observeren hoezeer n1w1 en n2w1 tegengesteld zijn en zich uitsluitend in W laten verenigen = integreren. Waarde is het verband der normen. Waarden integreren. Parsons!

● Z5 Wanneer een waarde verdwijnt, wordt ontkend e.d., onttrekt zij zich in gelijke mate en tempo aan de bij haar horende normen. Deze raken daardoor hun verband kwijt en verliezen hun ziel, wezen of karakter, exact de woorden door zie boven Z1 Zwaan in een voor deze beschouwing relevante context gebruikt. Vatten we voorts waarde zonder reserve cultureel op, dan mag je ook zeggen dat die van waarde ontdane normen uit de cultuur raken of niet meer als cultureel van aard kunnen worden gezien. Áls ze nog worden waargenomen. Stellen we voorts waarde gelijk aan geloof, dan is het aanhalen van de volgende woorden van de Tocqueville hier op zijn plaats: ‘… on ne peut établir le règne de la liberté sans celui des moeurs, ni fonder les moeurs sans les croyances.’
Vert. …….men kan het rijk van de vrijheid niet vestigen zonder zeden, en evenmin zeden vestigen zonder geloof erin.

Maar dit: waardeloze en daardoor onherkenbare en ten slotte spoorloos verdwenen normen, is een absolute eindfase. Zolang dat stadium van uitgeblust zijn nog niet totaal is ingetreden, kunnen van waarden gestripte normen zieltogend hun leven voortslepen. Ze laten zich dan als ongebonden atomen met van alles en nog wat associëren, en chaos en nonsens zijn aan de orde van de dag. Zie bijvoorbeeld boven Z2 en Z3.
Met deze labiele toestand corresponderen 1. emoties, in feite echo(’s) van een waarde die er al niet meer is en misschien ook wel Zwaan’s zie Z1 ‘sentiment en ressentiment’ en 2. nominalismen die aan een waarde uit het verleden herinneren. Zo heeft in Z1 volgens Zwaan de natie geen bestaan, in Z2 daarentegen heeft dezelfde Zwaan het over ‘bindingen’ aan de natie. Daarbij komt het mij voor dat hij aan die ‘bindingen’ via het woord ‘realiteit’ een bestaan toekent en ze met het woord natie nader aanwijst. Daarbij stelt ‘natie’ hooguit een label voor. Maar er zijn zóveel uiteenlopende bindingen, en je kent = je herinnert je het woord natie en weet dat het vrij algemeen bekend is en dat geeft ook maatschappelijk sic houvast, en zo functioneert het woord natie toch nog als bindmiddel = Zwaans ‘bindingen’ uit Z2. Als daarna een waarde voorgoed uit de traditie is gegleden, worden haar normen onwerkelijk, conflictueus en is hun verband onnaspeurlijk. Dan zou zie Z1 Zwaan in zekere zin terecht van de naties schrijven dat ze ‘geen wezen hebben’. Die hadden ze. Maar nu zijn Natie en veel van wat ermee samenhangt tot onbegrijpelijkheid vervallen en worden ze nagewezen als ‘ressentimenten’. Wanneer cultuur uit de mode ráákt, wordt zij ook uit de mode gemáákt. In die terminale fase zijn naties niets meer, vlees noch vis, cultuur noch natuur en is over ze te zwijgen het beste wat je kunt doen. Zie Z1 waar Zwaan niet zwijgt. Zoiets leerde geloof ik Wittgenstein ook. Of was het Heidegger? Wat doet het er toe. Het is allemaal van zichzelf duidelijk genoeg. Maar zijn we zover; heeft de natie zich onherroepelijk uit de voeten gemaakt? Het feit van Zwaan’s publicatie over de natie zegt mijns inziens eerder neen dan ja. Welnu, voordat die periode van redelijke stilte zich onvoorwaardelijk oplegt, blijft het mogelijk buiten hun waarden om sociologische kennis van regels op te doen. Met behulp van oneigenlijke waarden. Je verkrijgt dan een soort kennis van om het zo uit te drukken historisch-synthetische kwaliteit, eventueel van enig maatschappelijk nut. Maar mét deze analyse is de verwarring bij Zwaan gebleven, alleen weet je nu waar die vandaan komt.

1) DEUTSCH, K. W., – NATIONALISM AND SOCIAL COMMUNICATION | M.I.T. Press 2e Paperback druk 1967. Eerdere verschenen edities in: 1953, 1962, 1966.
2) STURZO, L. geciteerd bij Deutsch, p. 23:
‘De natie is in zijn (‘its’) essentie niet een vrijwillige gemeenschap (‘voluntary association’), maar meer het gevoel (‘sense’) van morele binding van een volk. Zoals alle levende morele persoonlijkheden zal de natie’ etcetera.

3) HPax, De Allochtonen en wij, Gigaboek, 2012.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 2